Afsprakenlijn: 078 - 621 41 18
Spoed:  078 - 617 78 98

 

Afsprakenlijn: 078 - 621 41 18
Spoed:  078 - 617 78 98

Zwangerschapsdiabetes

bron: dietistenvereniging Nederland

Als je diabetes krijgt terwijl je zwanger bent, heet dat zwangerschapsdiabetes. Zeker 1 op de 10 vrouwen in Nederland krijgt deze vorm van diabetes. Gelukkig kun je zwangerschapsdiabetes goed behandelen en kun je een gezonde baby krijgen.

Als je zwanger bent, word je minder gevoelig voor insuline. Je hormonen zorgen daarvoor. Meestal maakt het lichaam dan zelf meer insuline aan, maar soms gaat dat niet goed. Er ontstaat een tijdelijke vorm van diabetes: zwangerschapsdiabetes. Deze ontstaat vaak tussen de 24e en 28e zwangerschapsweek.


Risico op zwangerschapsdiabetes

Sommige vrouwen hebben meer risico op zwangerschapsdiabetes. De risico’s zijn groter als:

  • Je al eerder zwangerschapsdiabetes hebt gehad.
  • Je overgewicht hebt (BMI 30 of hoger).
  • Je eerder een zwaar kind hebt gekregen (meer dan 4500 gram).
  • Je een vader, moeder, broer of zus hebt met diabetes
  • Je van Afrikaanse, Zuid-Aziatische of Midden Oosterse afkomst bent (bijvoorbeeld uit Turkije, Marokko, Pakistan, Suriname, Ghana of de Antillen).
  • Je in een eerdere zwangerschap om onverklaarbare reden je baby hebt verloren.
  • Je Polycysteus-ovariumsyndroom hebt (PCOS).

Indien je risicofactoren hebt voor het ontwikkelen van zwangerschapsdiabetes zullen wij je suikers in de zwangerschaps extra controleren. Indien de waardes in je bloed te hoog blijken te zijn, zullen we je voor controle doorsturen naar het ziekenhuis. 

Behandeling zwangerschapsdiabetes

Als je de diagnose zwangerschapsdiabetes krijgt, is dat soms schrikken. Weet dat je er niet alleen voor staat. Gelukkig verdwijnt de diabetes vaak direct na de bevalling. De behandeling bestaat waar het kan eerst uit een dieet en meer beweging. Je diëtist geeft je adviezen. Hiermee kun je je bloedglucosewaarden waar het kan binnen de normale waarden krijgen. Je controleert minstens twee dagen per week verschillende keren per dag hoe hoog je bloedglucosewaarden zijn. Dit doe je met een bloedglucosemeter. Je diabetesverpleegkundige vertelt je hoe je dat doet. Je stuurt de bloedglucosewaarden wekelijks per mail naar ons en de diabetesverpleeskundige. Ook moet je dit bijhouden in een boekje/app. Neemt dit iedere controle mee naar het spreekuur. 

Helpt een dieet niet voldoende, dan stap je over op insuline. Je internist, diabetesverpleegkundige en diëtist begeleiden je daarbij. Ook als je insuline gebruikt, meet je regelmatig je bloedglucosewaarden.

De bevalling

Als je zwangerschapsdiabetes en insuline gebruikt hebt, beval je in het ziekenhuis. Jij en je baby moeten tijdens en na de bevalling goed in de gaten worden gehouden. Tijdens de bevalling controleren ze je bloedglucosewaarden. Als het nodig is, passen ze de hoeveelheid insuline die je krijgt aan.

Na de bevalling kan je kind te lage bloedglucosewaarden krijgen. Dit gebeurt vooral als je insuline hebt gebruikt of als je baby te vroeg geboren is.  Het komt doordat je baby in de baarmoeder gewend was aan veel glucose. Na de bevalling stopt de toevoer van glucose ineens en kan de bloedglucosewaarde te laag worden. De kinderarts controleert je baby de dagen na de geboorte een paar keer met een hielprikje. Als je baby te weinig glucose heeft, krijgt hij of zij voeding of een infuus met glucose.

Wanneer je zwangerschapsdiabetes goed onder controle is middels dieet zijn deze controles niet nodig en kun je kiezen waar je wil bevallen. 

Verhoogde kans op diabetes

De zwangerschapsdiabetes verdwijnt meestal direct na de bevalling. Bij een volgende zwangerschap is de kans op zwangerschapsdiabetes groter. Ook is de kans groter dat je later type 2 krijgt. Laat je bloedglucosewaarden daarom elk jaar controleren bij de huisarts. En weet: een gezonde leefstijl kan diabetes type 2 uitstellen en zelfs voorkomen.

bekijk hier filmpjes met uitleg en handige tips over zwangerschapsdiabetes (Nederlands/Turks/Marokkaans)
bekijk hier de folder van het Albert Schweitzer ziekenhuis